Interview met Suzanne Rietveld – Blended learning specialist bij TMA
Jongere professionals die voortdurend druk ervaren om te presteren; Suzanne herkent het wel. Als je je steeds afvraagt of ‘goed’ wel goed genoeg is, zet je jezelf keer op keer in de overdrive. Dat kost veel energie en levert uiteindelijk steeds meer stress op. Waar komt die hoge prestatiedruk vaak vandaan en wat helpt om het te verminderen?
Waarin zitten volgens jou de prikkels waardoor je jezelf te veel druk oplegt?
Suzanne: “Ik ben van mezelf heel leergierig en ik wil alles graag goed doen. Uiteindelijk ben je dan steeds bezig om meer te laten zien dan eigenlijk nodig is, om maar te zorgen dat je niet onderpresteert en dat anderen, zoals je leidinggevende, tevreden zijn. Daar kan ik zelf wel eens in doorschieten. Mijn grenzen aangeven vind ik moeilijk, want ik ben geneigd uit te gaan van: doorgaan, doorgaan, doorgaan.
Als ik te veel bezig ben met wat andere mensen doen (bijvoorbeeld door dat op LinkedIn te volgen) kan ik daar ook stress van krijgen. Dan denk ik: oh, die oud-studiegenoot heeft al dat en dat gedaan… misschien had ik dat ook moeten doen! Of laatst zei iemand: ‘Dit zou jij toch moeten weten vanuit jouw opleiding?’ Zo’n opmerking kan me onzeker maken, want je kunt nu eenmaal niet alles weten in een breed vakgebied zoals HR.
Wat voor last ervaar je van die druk?
Suzanne: “Als het stressniveau bij mij te hoog oploopt merk ik dat ik er met mijn hoofd niet meer bij ben en dat ik niet helder kan nadenken. Om het in een zin uit te drukken: ik ga als een kip zonder kop rondrennen. Stress werkt bij mij echt averechts op hoe ik presteer. Ik heb gemerkt dat ik dan beter even kan zeggen: ‘ik kan nu niet leveren wat er gevraagd wordt, ik merk dat ik slordige foutjes ga maken en dat wil ik niet. Dus wat ik afgesproken heb komt later.’ Dat zeg ik tegen mijn leidinggevende, maar soms ook tegen klanten.”
Wat en/of wie heb je nodig, om je daarbij gesteund te voelen?
Suzanne: “Mijn leidinggevende speelt daarin een belangrijke rol. Hij trapt soms even op de rem door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Je mag ook best eens even je rust nemen’. Hij weet ook wel dat het me daarna lukt om weer vol energie door te gaan. Ik ervaar veel psychologische veiligheid en vrijheid in mijn werkomgeving; ook om mijn grenzen aan te geven als dat nodig is.
Wat mij eveneens sterkt is als iemand zegt: ‘Ga het maar doen. Als je er niet uitkomt dan hoor ik het wel, dan gaan we het samen doen’. Daarmee laat de ander zien dat hij vertrouwen in je heeft dat je al veel zelf kan, maar dat je ook mag aankloppen als het te moeilijk wordt of als iets fout dreigt te gaan. Regelmatig even sparren en reflecteren, bijvoorbeeld na een klantgesprek, helpt mij ook om te groeien in mijn werk: hoe hebben we het aangepakt, wat gebeurde er, wat heeft dat ons gebracht? Zo krijg je direct feedback – en dat hoeven echt niet alleen maar schouderklopjes te zijn. Ik hoor het ook graag als ik iets beter op een andere manier kan doen, liefst met concrete tips erbij.
En wat zijn dingen die je zelf doet om te zorgen dat je kunt floreren in je werk?
Suzanne: ‘Wat ik steeds vaker doe is mezelf de vraag stellen: is dit een taak die bij mij past of moet ik het aan iemand anders overdragen? En ook: moet dat wat er gevraagd wordt nu, of kan het ook later? Zo zorg je dat je een beter beeld hebt van de prioriteiten. Niet alles is direct nù belangrijk. Zo kun je die druk er voor jezelf enigszins afhalen. Enerzijds houdt dat een stuk autonomie in, om zelf bepaalde keuzes te mogen maken. Anderzijds heb je als jongere ook wel enige structuur en houvast nodig, zodat je niet volledig de weg kwijtraakt. Als mijn leidinggevende mij aan het begin niet de structuur had geboden die ik nu heb gekregen, dan was ik wel erg zoekende geweest. Dan vraag je je voortdurend af of je wel het goede aan het doen bent.
Maar ik denk dat het belangrijkste voor mij wel is om dingen te kunnen en mogen doen die echt bij mijn talenten passen. Ik ben bijvoorbeeld heel creatief. Dus als ik die creativiteit bewust mag inzetten, kom ik echt tot bloei. Op die manier ga je je werk als vanzelf steeds leuker vinden. Want in plaats van alleen maar bezig zijn met het voldoen aan de verwachtingen van anderen kun je dan juist de unieke kwaliteiten en talenten van jezelf laten zien en verder ontwikkelen. Hoe fijn is het als je werkomgeving je daarin stimuleert! Binnen mijn werk kijk ik hier ook bewust naar vanuit de TMA methode. TMA helpt om talenten en drijfveren inzichtelijk te maken, zodat je niet alleen weet waar je energie van krijgt, maar ook hoe je deze talenten concreet kunt inzetten in je werk. Voor mij betekent dit dat ik mijn creativiteit inzet om vernieuwende leertrajecten te ontwikkelen. Want als je doet waar je goed in bent en energie van krijgt, straalt dat niet alleen af op jou, maar ook op je omgeving!